Comité van Aanbeveling

  • Dr. J. (Sjaak) Wijma, Voorzitter Raad van Bestuur, Zorginstituut Nederland, voorheen gynaecoloog

    Jonge collega's die zich druk maken over de organisatie van zorg. Zij zijn de professionals van morgen. Zou het dan ook niet logisch zijn om daar met hen over in gesprek te gaan? Door de toenemende (technische) mogelijkheden in de zorg moeten we nadenken over de meest passende organisatie. Zijn de klassieke schotten wel passend wanneer de patiënt door informatie technologie de regie van de persoonlijke gezondheid gaat opeisen? Wat doet dit met begrippen als patiënt centraal en samen beslissen? Wat fantastisch dat een groep jonge collega's hun verantwoordelijkheid pakt. Dat verdient brede ondersteuning. Ik roep u op om uw bijdrage aan deze organisatie te leveren zodat ook de zorg van morgen in Nederland tot de beste van de wereld zal behoren!

  • prof. dr. ir. Kees Ahaus, hoogleraar en sectieleider Health Services Management & Organisation bij het Erasmus, School of Health Policy & Management

    Het gezondheidszorgstelsel wordt met enorme uitdagingen geconfronteerd. Een daarvan is hoe de gezondheidszorg betaalbaar kan blijven. Ook de gedachte dat burgers, cliënten of patiënten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun eigen gezondheid winst steeds meer terrein. Dit past bij Huber's nieuwe, bredere definitie van gezondheid, die luidt: "Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven". Een betere samenwerking tussen de vele verschillende zorgaanbieders, en tussen de gezondheidszorg en het sociaal domein, is dringend noodzakelijk. Hierbij is uitgangspunt dat de juiste zorg op de juiste plaats moet worden geleverd en dat de manier waarop voor zorg wordt betaald daarvoor zorgt. Ik steun de Stichting Arts en Organisatie omdat deze jonge zorgprofessionals wil bereiken met kennis over de organisatie en de economie van zorg om zo bij te dragen aan betere gezondheidsuitkomsten, betere patiëntervaringen, meer welbevinden in het werk bij lagere kosten.

  • dr. H.H. (Ina) Kuper, lid raad van bestuur Isala, voorheen reumatoloog

    De dokters van morgen worden geconfronteerd met nieuwe vraagstukken die ook om nieuwe oplossingen zullen vragen. Specialisatie versus generalisatie, toename van het aantal kwetsbare ouderen, demografische groei maar krimp van zorgbudgetten, een tekort aan zorgverleners, de juiste zorg op de juiste plaats, substitutie van zorg, technologische ontwikkelingen, eHealth en connected care.

    Het is mooi te zien dat een groep (toekomstig) artsen zich hier proactief in verdiept en ook de medische beroepsgroep daar deelgenoot van maakt door het organiseren van symposia. Deze nieuwsgierige, onderzoekende houding naar de betekenis van vernieuwing en de wijze waarop zorgorganisaties hier mee omgaan gaat ze helpen om goed voorbereid te zijn op de toekomst. Dit verdient steun van collega’s die al wat verder in hun carrière zijn en ervaring hebben als medicus en bestuurder. Ik kan dit tonen door mee te denken en contacten te leggen, en daarnaast de jonge dokters uit te dagen een stapje verder te kijken dan de komende jaren.

  • prof. dr. R.A. (Roland) Bal, Professor Healthcare Governance, Erasmus University Rotterdam

    Het wordt steeds belangrijker dat artsen zich realiseren dat ze onderdeel zijn van een organisatie. De gezondheidszorg is door specialisatie en demografie (bijv. toenemende multi-morbiditeit) te complex geworden om alleen op een eiland zorg te geven—samenwerking is het nieuwe normaal. Ook ons denken over zorg is veranderd. Zorg is niet alleen medisch inhoudelijk handelen, het is ook zorgen voor een goede organisatie. Dat geldt zowel voor het financiële functioneren van een organisatie als voor kwaliteit en veiligheid.

    Stichting Arts & Organisatie wijst er terecht op dat deze elementen te weinig aan bod komen in de medische opleiding. Het is dan ook goed dat de stichting hier aandacht aan besteed, congressen en symposia organiseert en op die manier het bewustzijn en de kennis over organisatie onder medici verspreid. Dat steun ik graag.